De opgedrongen gedachten van vorige weken waaien mijn hoofd uit als nutteloze nut.
Er ontstaat een lege ruimte.
Ik probeer te redeneren maar de kou breekt in.
Hij blaast me schoon.
Iedereen rent voorbij.
Haar waait in mijn oog.
Mijn lippen zijn droog.
De wind zit in me.
zondag 9 januari 2011
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten