Ik legde me vrij snel neer bij het verdwijnen van de rapper, die dingen gebeuren. Ik ging verder met de dag en hij werd heel bijzonder. Ik zag een boom, een mooie, boven op de hoogste duin. Ik beklom hem. Hij was zo hoog dat ik heel Terschelling kon zien. Ik bleef er een tijdje maar toen zag ik een meer.
Bij het meer bekeek ik jongetjes die spetterde, zonder me te ergeren. Naast het meer las ik een boek en schreef ik in één. In het meer zwom ik.
Ik fietste door en kwam in een dorpje waar ik iets dronk op een terrasje. Daar bleef ik zeker 2 uur lang waarvan ik een half uur wakker was en anderhalf uur sliep.
De wind is hier hard en ik moest ver terug. Ik vond Tristan voor zijn deur, hij las. Toen gaven we jam, hagelslag en shandy aan de mieren en observeerde ze. Nu schrijf ik. Straks eet ik.
zaterdag 26 mei 2012
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten